Ik sta vooraan in een
volle Melkweg. Als ik om me heen kijk, zie ik veelal fans in het publiek
met de ogen dicht meeknikken op de muziek van de Amerikaanse singer-songwriter Kurt
Vile (1980). Ik geef ze groot gelijk. Zijn show is in visueel opzicht niet
heel spannend om naar te kijken. Kurt Vile op het podium: een voorovergebogen
slungelachtig figuur met een weelderig bosje haar dat boven zijn gitaar
bungelt. Vile kijkt nauwelijks het publiek in. Soms een schichtige blik. Hij
staat vrijwel roerloos. De relatief jonge zanger wordt op het podium bijgestaan
door zijn begeleidingsgroep The Violators. Zij maken evenmin een toegankelijke
indruk.
Maar dat maakt de
show muzikaal gezien niet minder boeiend. Zo staan niet alleen Viles rootsy
gitaarnummers bol van de spanning, maar spreidt hij die spanning ook uit over
een hele set. Het concert is bijwijlen intiem en klein en soms ook groots en
meeslepend. Van droog tokkelwerk naar hard en dan langzaam weer terug naar
akoestisch. Ook de zang wisselt sterk: van onverstaanbaar binnensmonds gemompel
tot zwaar getergde uithalen.
Vile begint de
set met stevige nummers en fraaie melodielijnen. Het publiek, dat opvallend
jong is voor een singer-songwriter die vaak met ‘ouwe knarren’ als Bruce
Springsteen, Lou Reed en Leonard Cohen wordt vergeleken, luistert zeer
aandachtig naar de grillige lo-fi songs van Kurt Vile. Zijn veel bejubelde
plaat Smoke Ring For My Halo uit 2011 leverde hem een bescheiden
doorbraak op bij het grotere publiek en maakt hem een graag geziene gast op de
festivals van deze zomer.
De show van
vanavond is verre van gelikt en wordt gekenmerkt door een nogal gruizige sound
met heftige distortion-effecten. Tussendoor worden de gitaren regelmatig
driftig gestemd door de bandleden, waardoor het soms rommelig overkomt.
Halverwege de
show doet Kurt in z’n eentje twee dromerige folky akoestische nummers. Het
publiek wordt zachtjes in slaap gesust door dit ingetogen intermezzo. Dan lopen
de The Violators het podium weer op om een uitgesponnen versie van Freak
Train zeer powerfull in te zetten, dat na het akoestische rustmoment nogal
een verfrissende slap in the face is. Gitarist Jesse Trbovich heeft inmiddels
zijn gitaar verruild voor een saxofoon. Dit is het meest overtuigende en
overweldigende moment in de show.
De twee
gitaristen verdwijnen vervolgens weer van het podium. Het volume wordt
teruggeschroefd en Kurt zet publiekslieveling Baby’s Arm in. Drummer
Mike Zang bepaalt de maat met sambaballen. De tijd lijkt even stil te staan.
Dan loopt Kurt het podium af.
De ietwat
schuchtere singer- songwriter heeft het publiek weten in te pakken. Het smeekt
om meer door luidkeels te joelen. Vile is niet te beroerd om zijn publiek nog
op één akoestische toegift te trakteren: Peeping Tomboy. Dan is het echt
schluss. Kurt hangt vanavond ook niet echt de pleaser uit en lijkt niet
helemaal in zijn sas te zijn. De frontman zegt gedurende de avond nauwelijks
iets, maar hij mompelt tussendoor nog wel iets in de trant van ‘you’re the
best’ en aan het eind nog ‘Love ya!’ Tja, daar moeten we dan maar genoegen mee
nemen.
Kurt Vile lijkt
een beetje vermoeid en hij kan nog zoveel beter, toch weet hij te behagen en
blijft hij een van de meest spannende singer-songwriters van dit moment. Floor
Boogaart

