Fat Freddy’s Drop
laat Paradiso twee uur lang onverzadigbaar trippen
Op weg naar poptempel
Paradiso woedt er na een tropische dag een verfrissend buitje over de stad
Amsterdam. Tegelijkertijd waait er door de opstelling van het Nederlands elftal
een verfrissende wind onder leiding van Louis van Gaal in een oefeninterland
tegen België. Uitverkocht Paradiso is daarentegen inmiddels veranderd in Club
Tropicana oftewel een drukkend heet zweethol. Met de zwoele sound van de
ultieme backpackersband Fat Freddy’s Drop zal het niet veel koeler worden vrees
ik. Waarom zanger Joe Duke vanavond in vredesnaam een muts draagt is mij dan
ook een raadsel.
Als je deze
zevenkoppige band uit Nieuw-Zeeland in huis haalt weet je als concertpodium
zeker dat het een uitbundig feestje wordt. Fat Freddy’s Drop heeft inmiddels
namelijk een uitstekende livereputatie opgebouwd, en dat weet het publiek maar
al te goed. Al bij de eerste klanken begint de zaal ongekend euforisch te
joelen.
Een live-drummer
ontbreekt jammer genoeg aan het gezelschap maar met een dj, toetsenist,
saxofonist, trombonist, zanger/ gitarist en rapper is de formatie groot genoeg
om een massieve sound over het publiek te draperen. De combinatie van pompende
dub met gloedvolle soul in een modern reggaejasje, ondersteund door beats
blijkt dan een schot in de roos. Dit collectief laat de massa skanken, jumpen
en housen. Gretig wordt de mierzoete koek ingeslikt door de fans.
Waar de heren van
Fat Freddy’s Drop het van moeten hebben is de improvisatie op het podium: ze
nemen graag de tijd. Hun songs worden uitgesmeerd als dikke ketchupsaus die zo
heerlijk traag uit de fles drupt. Elk nummer valt te typeren als een
uitgesponnen jam van 10 á 15 minuten waarin de groovende dublijn steeds harder
komt opzetten. Af en toe maakt de zanger gebruik van een effectmachine waarop
hij onder meer zijn eigen zoetgevooisde stem samplet en verwerkt in
hallucinerende loops.
Wat opvalt is de
subtiliteit en de ingehoudenheid van alle muzikanten. Niemand vervult echt een
hoofdrol in de groep, zelfs de zanger niet. Alleen trompetist Ho Pepa wil in
zijn kanariegele retro trainingspak bij tijd en wijlen nog wel eens de olijke
clown uithangen door kekke ongecontroleerde dansjes te maken.
Het concert voelt
als een twee uur durende gelukzalige trip waarin het publiek echt
onverzadigbaar lijkt en de temperatuur tot een kookpunt stijgt. Ik heb een
publiek nog nooit zo snel naar buiten zien rennen om verkoeling op te zoeken
als na deze show. Uiteindelijk thuisgekomen daalt de temperatuur pas echt, want
ik blijk van een koude kermis thuis te zijn gekomen: Nederland heeft verloren
van de Rode Duivels… Floor Boogaart

Geen opmerkingen:
Een reactie posten